Interview in One World: Uitsluiting met de beste bedoelingen, Migratie-experts aan het woord: #4 Halleh Ghorashi.
Migratie dreigt het breekpunt van Europa te worden. Het gaat over vluchtelingenbootjes, over grenzen, over islam, over wij en zij. In het debat worden academici vaak overschreeuwd. Reden voor Jessica Maas om haar oor te luister te leggen bij de wetenschap.
Socioloog en antropoloog Halleh Ghorashi (56) hoogleraar Diversiteit en Integratie aan de VU in Amsterdam, houdt zich al haar hele academische carrière bezig met de gevolgen van migratie. Hoe worden nieuwkomers opgenomen in de samenleving? Zelf kwam Ghorashi op haar 26e als vluchteling uit Iran naar Nederland, leerde de taal en begon met studeren.
Eerder deze maand werd ze benoemd tot lid van de Sociaal-Economische Raad (SER). En in februari kreeg Ghorashi de prestigieuze Vici-beurs voor haar onderzoek naar de bijdrage van de sociale wetenschappen aan het realiseren van het democratische ideaal van inclusie van vluchtelingen. Een erkenning voor de geëngageerde wetenschap. Maatschappelijke betrokkenheid is voor haar een belangrijke drijfveer.
“Als kind had ik al een sterk rechtvaardigheidsgevoel. Later raakte ik betrokken bij de revolutie in Iran, ik leerde te geloven in een utopie, in idealen. Door deze ervaring werd ik me bewust van mijn eigen rol als individu maar ook vooral als een burger met maatschappelijke idealen. Dat heeft me als jong meisje gevormd.”
"In beleid worden migranten ook neergezet als probleem, hoe kunnen we ze ineens als de redder van de samenleving zien?"
Lange tijd kregen de geëngageerde wetenschappers in Nederland maar weinig ruimte, stelt Ghorashi. “Dat lijkt nu iets te veranderen. Ik vind bijvoorbeeld de passie van historicus Leo Lucassen en de manier waarop hij in het debat het tegengeluid laat horen fantastisch. Of antropologe Gloria Wekker, zij heeft echt veel teweeg gebracht en wordt door jongeren op handen gedragen. Kim Putters (directeur van het Sociaal en Cultureel Planbureau, SCP, red) doet het iets anders; hij zet zijn passie in door veel meer vanuit de data andere vragen te stellen. Inzet van wetenschappers kan verschillend zijn en er zou juist ruimte en erkenning moeten zijn voor al die verschillen binnen de wetenschap, maar dat ontbreekt vaak.”
Wat valt u op in het migratiedebat in Nederland?
“Het hardnekkige negatieve beeld over migratie. Migratie als bedreiging, dat hoor je in het debat voortdurend terug. Het gaat over het sluiten van grenzen, over mislukt integratiebeleid. Maar dat migratie ook kansen biedt voor onze samenleving; denk aan de krapte in de arbeidsmarkt, aan de vergrijzing, dat hoor ik in het debat nauwelijks terug. Mensen die dit tegengeluid laten horen, worden weggezet als idealisten. Dan wordt er gewezen op de grote problemen, de hoge werkloosheid, generaties van migranten die zich niet thuis voelen. Niet gek, in het beleid worden migranten ook altijd neergezet als probleem, waarom zouden ze ineens als de redder van de samenleving worden gezien?”
De crux is volgens de hoogleraar dat de oorzaak van de problemen meestal worden neergelegd bij de nieuwkomers. “Zij mankeren van alles, zij hebben achterstanden en hulp nodig. We kijken zelden naar de samenleving of het systeem. Er is maar nauwelijks ruimte voor zelfreflectie. Nederlanders geloven heel sterk in het beeld dat ze een vrijgevig, liberaal en openminded volk zijn. Een gidsland. Dat imago houdt kritiek ook tegen. Waarom kritisch zijn? We zijn toch goed bezig?”
"Er wordt hier veel geklaagd maar diepgaande kritiek op het systeem is er niet"
“In Iran krijg je een kritische houding naar het systeem met de moedermelk mee. De media liegt, de regering liegt. Toen ik Nederland kwam, viel me dat meteen op. Ooh, mensen geloven hier echt alles. Ze geloven wat in de kranten staan, wat de regering zegt. Dat komt natuurlijk omdat het systeem werkt en het werkt ook best goed. Maar kritiek blijft daarmee erg oppervlakkig. Er wordt veel geklaagd maar diepgaande kritiek op het systeem is er niet. Anders hadden we niet twintig jaar lang geïsoleerde asielzoekerscentra in stand gehouden terwijl we wisten dat levens daar verwoest werden.”
Wat heeft deze houding verder voor gevolgen?
“Kijk naar het integratiebeleid. Jaren van goede bedoelingen heeft nog niet tot resultaat geleid. Zelfs nu – in een periode met tekorten op de arbeidsmarkt – zitten vluchtelingen thuis op de bank. Niet omdat ze niet willen werken maar vaak omdat ze de kans niet hebben gekregen. Ik heb het heel vaak van dichtbij meegemaakt, persoonlijk en via onderzoek, hoe mensen opzij zijn geschoven of nooit de kans hebben gekregen zich te ontplooien. Goede bedoelingen kunnen zelfs tot uitsluiting leiden. Dat is vaak de onbedoelde bijwerking van de verzorgingsstaat. We zoeken altijd groepen om voor te zorgen en we denken vaak te weten wat goed is voor mensen die hulp nodig hebben in plaats van aan te sluiten bij de kwaliteiten van mensen en wat ze nodig hebben.”
Waar gaat het nu precies fout?
“We hebben een andere mindset nodig over diversiteit. We willen voortdurend de ander helpen te worden zoals wij. Dat zie je ook bij mensen die geloven dat diversiteit winst kan zijn voor een bedrijf. Een vluchteling aannemen is prima, maar dan moet hij of zij wel zonder accent praten, geen vreemde vragen stellen, zich kortom volledige assimileren. Daarmee verlies je juist de kracht van diversiteit. Nog los van de vraag of volledige assimilatie wel mogelijk is. Laat mensen zich ontwikkelen, hun vleugels uitslaan en vanuit hun anders-zijn de organisaties verrijken. Maar dat kan alleen als we deze mindset ter discussie stellen.”
Nederlanders met een migratie-achtergrond die kritisch zijn over het systeem, krijgen vaak een bak ellende over zich heen. Ervaart u dat als wetenschapper ook?
“Dat is de keerzijde van de goede bedoeling. Migranten moeten altijd dankbaar blijven. Wanneer ik me veel laten horen in het publieke debat, krijg ik inderdaad mailtjes met de boodschap: ‘Nederland heeft zoveel voor je gedaan, we hebben jou zo geholpen. Je moet dankbaar zijn.’ Terwijl generaties van migranten constant streven naar een waardig en volwaardige plek in de samenleving.”
“Het is niet makkelijk om je te mengen in het debat. Dit klimaat zorgt ervoor dat sommige kritische denkers in Nederland liever zwijgen. Het is daarom zo belangrijk dat collega’s je steunen. Gelukkig zit bij mij, als activist en als vluchteling, overleven en vechten in mijn DNA. Maar ik heb ook veel gehad aan steun vanuit mijn omgeving. Geborgenheid is cruciaal.”