Betaald werk is de ultieme waardering

Movisie: Halleh Ghorashi in gesprek met Maria van der Heijden (MVO Nederland) over vluchtelingen: Betaald werk is de ultieme waardering.

Twee vrouwen met een toppositie. De één hoogleraar diversiteit en integratie, de ander directeur-bestuurder bij MVO Nederland. Halleh Ghorashi en Maria van der Heijden ontmoeten elkaar voor een gesprek over de maatschappelijke rol die bedrijven spelen bij de integratie van vluchtelingen.

Van der Heijden: ‘Ik hoorde laatst dat in Nederland drie miljoen mensen een afstand hebben tot de arbeidsmarkt. Een onthutsend cijfer. Een enorme groep mensen heeft dus net iets minder kans op werk. Een klein deel daarvan is vluchteling.’

Ghorashi: ‘Terwijl vluchtelingen een aanwinst kunnen zijn voor een werkgever. Ik wil niet zeggen dat vluchtelingen in alles talentvol zijn, maar ze zijn enorm gemotiveerd om een succes van hun nieuwe leven te maken.’

Van der Heijden: ‘Bij MVO Nederland kijken we vanuit een economisch perspectief naar een duurzame en eerlijke wereld. De uitdaging is om iedereen onderdeel te laten zijn van de economie. Als MVO Nederland willen we bedrijven hierin stimuleren en inspireren.’

Ghorashi: ‘Bedrijven spelen ook een cruciale rol in de integratie van vluchtelingen.’

Van der Heijden: ‘Zeker. Werkgevers hebben een verantwoordelijkheid om te kijken naar potentie van mensen en hun mogelijkheden te bieden. Zo zorgen we er samen voor dat de economie beter wordt. Bovendien betalen we er met z’n allen voor als mensen niet werken. Dus ook vanuit een profit-gedachte is het veel beter als iedereen meedoet.’

'Snel aan het werk sluit aan bij hun overlevingsstrategie'

Ghorashi: ‘De eerste jaren hebben vluchtelingen ook enorm veel energie om aan de slag te gaan. Om die vrijgekomen energie tot een kracht te maken, is het cruciaal dat een nieuwkomer het gevoel heeft een waardevolle bijdrage aan de samenleving te leveren. Maar als die nieuwkomer al jaren geen betaald werk kan vinden, dan verandert die energie in passiviteit. Het is zo zonde om dat kapitaal weg te gooien. Snel aan het werk gaan, sluit bovendien aan bij de overlevingsstrategie van vluchtelingen. Investeren in jezelf en in de toekomst biedt tegenwicht aan de ellende van het verleden. Als werkgevers dit proces goed weten te begeleiden, dan krijgen ze daar enorm gemotiveerde werknemers voor terug. Door in hen te investeren wordt de samenleving bovendien zelf veerkrachtig, doordat ze de kwetsbaarheid van deze groep weet om te zetten in kracht.’

Wat adviseren jullie een bedrijf dat ‘iets’ wil doen met vluchtelingen maar niet weet hoe?

Van der Heijden: ‘Ik zou zeggen: je kunt altijd iets doen. Mijn advies is om er niet te juridisch naar te kijken, maar meer met een sociale bril. Nieuwkomers willen kennismaken met de plek waar zij nu wonen en leven. Werk is een belangrijk onderdeel van het leven. Ik zou het dus heel laagdrempelig insteken. Een werkgever hoeft iemand ook niet direct aan te nemen. Ga het eerst ervaren. Nodig een vluchteling uit om een uurtje kennis te maken, word mentor van een vluchteling of bied een meeloopstage aan.’

Ghorashi: ‘Een betaalde baan is wel essentieel voor volwaardige participatie. Van sommige vluchtelingen hoor ik dat ze jarenlang van het ene vrijwilligersproject in het andere rollen. Daar krijgen ze wel erkenning voor en die mooie woorden zijn heel belangrijk, maar dat moet een bezigheid zijn naast een betaalde baan. Betaald werk is de ultieme waardering.’

Van der Heijden: ‘Een meeloopstage zie ik ook als een introductie van betaald werk. Want dat is inderdaad het ultieme doel. Geld verdienen betekent dat je zelf besluiten kunt nemen en dat je meedoet. Het is gewoon empowering, zoals ik het in het Engels noem.’

Ghorashi: ‘Ik herinner mijn eerste betaalde baan in Nederland nog goed [Halleh Ghorashi vluchtte eind jaren tachtig uit Iran, red.]. Ik werkte op de vleeswarenafdeling van een supermarkt. Het was een zaterdagbaan maar het gaf me een goed gevoel want vanaf daar kon ik weer verder gaan. Toen ik voor het eerst een “echte” baan op een secretariaat had, dacht ik: ik ben onafhankelijk. Fantastisch gewoon! Dat gevoel is voor vluchtelingen zo belangrijk. Je voelt dat je weer volwassen wordt, ook al ben je dat misschien al lang.’

Van der Heijden: ‘Volwassen?’

Ghorashi: ‘Ik was 26 jaar toen ik in Nederland aankwam. Toch werd ik behandeld als een kind, voornamelijk omdat ik de taal niet sprak. Mensen verwarren taalniveau vaak met intellect. Een nieuwkomer kijkt in zekere zin ook als een verwonderd kind om zich heen. Alles moet je opnieuw uitvinden. Je weg vinden in een nieuw systeem is een behoorlijke uitdaging.’

Van der Heijden: ‘Wat zou jij bedrijven dan adviseren?’

Ghorashi: ‘Als een bedrijf zegt dat het een inclusieve organisatie wil zijn, dan moet het bedrijf ook iets aan de organisatiecultuur doen. Veel organisaties zijn gewend om homogeniteit toe te laten, dus “ons soort mensen” aan te nemen. Mensen moeten leren om open te staan voor verschil. Openheid is de basisconditie voor groei en vernieuwing en dat geldt ook voor bedrijven. De heersende negativiteit en angst in de samenleving leiden ons echter eerder richting geslotenheid dan openheid. Soms is er daarom een extra investering nodig om openheid te stimuleren. Kunst en cultuur bijvoorbeeld maken medewerkers competenter in hun inlevingsvermogen. Zelf ben ik heel enthousiast over storytelling events waar begaafde verhalenvertellers je deelgenoot maken van hun levensverhaal.’

Van der Heijden: ‘Ik denk dat cultuurverandering begint met nieuwsgierigheid naar anderen. Dat je denkt: vluchtelingen zijn mensen met een totaal andere achtergrond, wat kan ik van hen leren? Je kunt heel erg verrast worden als je niet denkt vanuit structuur. Een directeur of bestuurder heeft bovendien intern een belangrijke voorbeeldfunctie. Medewerkers houden altijd goed in de gaten hoe hij of zij dingen aanpakt.’

Wat levert een bedrijf het op om een vluchteling in dienst te hebben?

Van der Heijden: ‘Nederlanders zijn heel goed in plannen en organiseren. In kennis en kunde hebben wij veel te exporteren. Maar we moeten niet vergeten dat we ook veel te importeren hebben. Bijvoorbeeld creativiteit. Die supernieuwe digitale bedrijven in Amsterdam zijn bijvoorbeeld heel vaak intercultureel. Met buitenlandse werknemers halen ze andere perspectieven in huis. Zij maken het ook gemakkelijker om diensten of producten te exporteren. De afstand tot de rest van de wereld wordt korter.’

'We moeten van het idee af dat vluchtelingen of profiteurs of hulpbehoevenden zijn'

Ghorashi: ‘Als een organisatie wil functioneren in de samenleving, dan moet die ook connectie hebben met die samenleving. Je kunt niet alleen maar mensen in dienst hebben die uit een geprivilegieerde achtergrond komen. Ook moeten we echt van het idee af dat vluchtelingen ofwel profiteurs zijn ofwel hulpbehoevenden, zoals ze in het maatschappelijke debat vaak worden geframed. Het zijn mensen die veel te bieden hebben, alleen hun talenten en kwaliteiten zijn vaak verborgen. Bedrijven die voorbij die zichtbare tekortkomingen kijken en zich niet mee laten slepen door de negatieve dominante beelden, zíj kunnen investeren in de duurzaamheid van de samenleving.’

Van der Heijden: ‘Pak als werkgever dat gedeelte waarop je zelf invloed kunt uitoefenen. We kunnen eindeloos zeggen dat vluchtelingen een probleem zijn. Probeer echter eens antwoord te geven op de vraag: hoe zorg ik ervoor dat dit probleem een bijdrage wordt aan wat wij in Nederland doen?’

 

Maria van der Heijde  is directeur van MVO Nederland, het grootste duurzame bedrijvennetwerk van Europa. Daarnaast is ze sociaal ondernemer. Eerder werkte ze in managementfuncties bij onder andere Bloemenveiling Flora Holland en de Rabobank.
Halleh Ghorashi is hoogleraar diversiteit en integratie bij de afdeling Sociologie aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. In 1988 vluchtte ze uit Iran naar Nederland.