‘Individuen moeten weer burger worden’, op de website van Nieuw W!J.
Onderzoekers van het DSTS zwengelen wekelijks de discussie aan over actuele zaken met een duidelijke link naar de samenleving. Deze keer reageert een onderzoeker op de stelling: ‘Ik stel grenzen dus ik ben’. Antropologe Halleh Ghorashi vindt dat we onze individuele grenzen tegenwoordig te streng bewaken. “Voor democratische burgers is een constante balans tussen het eigen belang en het belang van de gemeenschap cruciaal.”
In zijn boek Liquid Modernity (2000) onderscheidt een van de grootste sociologen van onze tijd, Zygmunt Bauman, twee fasen van moderniteit: de fase van het begin van moderniteit en de fase die hij de laatmoderne tijd noemt.
De beginfase van moderniteit stond in het teken van de bevrijding van het individu van de onderdrukkende en vooral vanzelfsprekende macht van traditie, cultuur, familie en religie. In die beginfase was het cruciaal voor het individu om eigen grenzen te bewaken en zich zo vrij mogelijk te ontwikkelen. Bauman beweert dat deze strijd voor individuele autonomie ons heeft gebracht tot een situatie waarin de individuele ruimte en autonomie te groot zijn. Met als gevolg dat het individu haar connectie met de gemeenschap verloor. Door de extreme focus op eigen grenzen is het individu, volgens Bauman, de grootste vijand van de burger geworden: iemand voor wie de relatie met het algemeen belang wél centraal staat.
De laatmoderne tijd kenmerkt zich door het feit dat individuen vooral hun eigen grenzen en rechten bewaken, ook als dit ten koste gaat van de rechten en grenzen van anderen en van de gemeenschap. De balans tussen individuen en hun gemeenschap is dus verstoord. In dit licht bezien is de democratie veranderd in een verzameling individuele uitingen van frustraties en claims op de politiek.
Het oude besef dat een gemeenschap meer is dan de som der delen, lijkt dus passé; de gemeenschap is slechts de som der delen geworden, schrijft Bauman. In deze zeer geïndividualiseerde tijd lijkt het onlogisch om iets te doen voor het publiek, als het niet meteen een vertaling krijgt richting het eigen belang. Terwijl er vroeger werd gestreden voor de bevrijding van het individu en de bewaking van haar/zijn autonomie ten opzichte van de collectieve krachten, zien we nu een omgekeerd proces: over het publieke belang wordt gesproken vanuit het individuele belang.
Neem het voorbeeld van de discussies rondom de vrijheid van meningsuiting: hier gaat het vooral om de individuele vrijheid om alles te zeggen en doen, ongeacht de effecten voor de gemeenschap. Vrijheid wordt hierin vaak gelijkgesteld aan het recht om te schofferen. Is dat waar onze democratie voor staat: uitsluitend vertrekken vanuit eigen individuele belangen en standpunten?
Het was de joodse filosoof, Emanuel Levinas, die kritiek heeft gegeven op de te veel op ‘ik’ gebaseerde uitgangspunten van de moderne filosofie. In zijn denken werd Levinas zoals vele anderen van zijn tijd beïnvloed door de gruwelijkheden van de Tweede Wereldoorlog. Hij schrijft dat het gezicht van de ander een appèl op ons doet om verder dan onze eigen grenzen en belangen te kijken. Het beroept ons op onze verantwoordelijkheid om de ruimte van het Anders-zijn te bewaken.
Voor democratische burgers is daarom een constante balans tussen eigen belang en het belang van de gemeenschap cruciaal. In het streven naar deze balans gaat het niet (in tegenstelling tot de eerste fase van moderniteit) om het bewaken van eigen grenzen maar constante onderhandelingen waarin het private en publieke tegen elkaar worden afgestemd. In dit proces zijn democratische burgers soms zelfs in staat hun grenzen te verleggen wanneer het nodig is om duurzame verbindingen te realiseren. In het tijdperk van laatmoderniteit, waarin het bewaken van eigen grenzen een vanzelfsprekendheid is geworden, zouden creatieve denkers zich juist van deze fixatie moeten willen bevrijden. Namelijk door de durf te hebben deze grenzen te verleggen. Want dit is juist de grootste uitdaging van de laat moderne individuen die burgers willen zijn.”
Deze blog verscheen eerder op de website van Nieuw W!J.