Sinds 2015 kent Nederland een golf van nieuwe initiatieven voor vluchtelingen. Naast gevestigde actoren zoals nationale en lokale overheden, bedrijven en ngo’s begonnen bewonersgroepen, actieve burgers, collectieven en kleine sociale ondernemingen zich in te zetten voor de inclusie van vluchtelingen en alternatieve vormen van engagement (Larruina, Boersma & Ponzoni 2019). Om beter zicht te krijgen op de plaats en rol van deze initiatieven begonnen wij in 2019 met het project Learning Crossroads for Refugee Inclusion: hoe verandert het ontstaan en voortbestaan van deze initiatieven het veld van opvang, inburgering en integratie?
Hoe onderscheiden ze zich van meer geïnstitutionaliseerde organisaties als de Gemeente Amsterdam of het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) en wat voegen ze toe? Op welke manieren bieden ze een alternatief verhaal voor de inclusie van vluchtelingen? En waarom zijn deze alternatieve verhalen belangrijk voor de inclusie van vluchtelingen in de Nederlandse samenleving?
We begonnen onze zoektocht in Amsterdam. Naast een serie individuele interviews met initiatiefnemers en het schrijven van een ‘meerstemmig verhaal’ over een van de Amsterdamse netwerken, hebben wij een tweedelige masterclass georganiseerd waarin elf initiatieven reflecteerden op hun benadering van inclusie in relatie tot wetenschappelijke literatuur. Deze organisaties zijn onderdeel van het netwerk Breakfast Club, een collectief van initiativen die van elkaar willen leren en met elkaar willen samenwerken om de samenleving toegankelijker te maken voor vluchtelingen.
De focus van de initiatieven is divers. Sommige richten zich op tijdelijke huisvesting als alternatief voor het verblijf in asielzoekerscentra, andere op het ontwikkelen van (taal) vaardigheden en weer andere houden zich bezig met het opbouwen en uitbreiden van sociale netwerken van vluchtelingen, onder meer om hun kansen op de arbeidsmarkt te vergroten. Door deze verschillende keuzes en aanpakken in relatie tot elkaar te brengen, wordt een groter plaatje, een completer verhaal, zichtbaar. Dit ‘gemeenschappelijk verhaal’ beschrijven we in deze publicatie. Het verhaal is ontstaan in co-creatie met de organisaties die deelgenomen hebben aan de masterclass, en geschreven op basis van de uitwisselingen die daar plaatsvonden, aangevuld met inzichten uit eerdere interviews.
Ook hebben we een eerdere versie van dit verhaal en de waarde hiervan met een bredere groep initiatieven besproken tijdens twee co-creatie sessies. Het onstaan van netwerken zoals de Breakfast Club is tekenend: Tijdens dit project zien wij een groeiende behoefte van vele initiatieven om zich met elkaar te verbinden in netwerken en informele samenwerkingsverbanden. In de co-creatie sessies bleken de kenmerken van ons gemeenschappelijk verhaal breder gedragen en ook voor andere initiativen en netwerken buiten de Breakfast Club relevant en herkenbaar te zijn, en ook antwoord te geven aan de behoefte om om vanuit een gemeenschappelijk verhaal de verbinding met elkaar te zoeken. Onze schets heeft twee eigenschappen. Het eerste is de tijdsdimensie: het verhaal beweegt als het ware door verschillende fases in het leven dat vluchtelingen in hun nieuweland opbouwen. Elk initiatief focust op één (of meer) van deze fases. We zullen zien dat de menselijke relaties die binnen kleinschalige initiatieven1 ontstaan, ervoor zorgen dat de grenzen van een specifieke fase vervagen, door de ervaringen van vluchtelingen uit het verleden en heden te verbinden aan de mogelijkheden voor hun toekomst.
De tweede eigenschap is dat we niet zozeer de initiatieven en hun resultaten beschrijven, maar juist willen laten zien wat zij potentieel betekenen voor elkaar en voor het bredere veld van instituties en formele voorzieningen. We zien de burgerinitiatieven als experimentele ruimtes, die een ondersteunende rol hebben, maar tegelijkertijd ook de mogelijkheid bieden om voorbij de dualiteit van hulpbieder-hulpontvanger te gaan. Burgerinitiatieven zijn experimentele ruimtes waar verschillende typen relaties en rollen kunnen ontstaan, en daarom kunnen zij proeftuinen worden voor onverwachte verbindingen en meerstemmigheid. Dat zij deze potentie hebben, betekent nog niet dat die daadwerkelijk altijd plaatsvindt. Initiatiefnemers, vrijwilligers en (actieve) vluchtelingen blijken in de praktijk steeds te worstelen met het vormgeven van meerstemmige, gelijkwaardige en inclusieve organisatievormen en relaties. In dit stuk lichten we de potentiële kracht van initiatieven toe met de concepten tussenruimte en alteriteit. Hiervoor gebruiken we de metafoor van een dans, waarbij danspartners voortdurend aanvoelen welke stap ze moeten zetten en ze continue moeten luisteren naar de maat van de muziek, waar de een leidt en de ander volgt – zonder dat deze posities bij voorbaat vastliggen.